Tips

jonge kinderen

  • Doorgaan van de structuur van het dagelijks leven is belangrijk voor kinderen.
  • Leg uit dat het niemands schuld is dat je doodgaat.
  • Wees eerlijk! Voorkom dat je kind gaat fantaseren. De fantasie van een kind is meestal gruwelijker dan de werkelijkheid én je zorgt ervoor dat je kind je blijft vertrouwen.
  • Bereid je kind praktisch voor op wat komen gaat. Wanneer je overlijdt, dat er iemand komt om je te wassen en aan te kleden bijvoorbeeld.
  • Geef de gelegenheid hun gevoelens te uiten in spel of het maken van een tekening/kleurplaat.
  • Met boekjes over de dood die bij de leeftijd van je kind passen, kun je wat makkelijker over dit thema praten.
  • Hou er rekening mee dat fantasie en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Gebruik neit teveel beeldspraak, want dan kunnen er verkeerde en angstige ideeën ontstaan.
  • Maak een schriftje waarin je kind vragen kan schrijven die hij niet hardop durft te stellen.
  • Bereid het kind zoveel mogelijk voor. Je kunt best al eens naar een crematorium of begraafplaats gaan voor een rondleiding.
  • Licht de school in. De leerkracht weet dat het gedrag van je kind kan veranderen en kan zorgen voor extra aandacht en begeleiding.

oudere kinderen

  • Probeer het dagelijks ritme te handhaven.
  • Geef duidelijke en eerlijke informatie.
  • Ga vragen en en discussies niet uit de weg. Als je kind niet wilt praten, respecteer dat, maar geef wél de informatie die nodig is.
  • Praten gaat makkelijker als je iets samen doet (de hond uitlaten, gamen)
  • Draag zorg dat je kind niet het hele huishouden overneemt. Het is belangrijk dat zijn eigen leven doorgaat.
  • Stimuleer het contact met iemand die dichtbij je kind staat.
  • Als je kind op internet informatie opzoekt, probeer dan te bespreken of die informatie kloppend is.
  • Licht – samen met je kind – de school in.

Voor jezelf

  • Praat met vertrouwde mensen binnen je familie of je vrienden.
  • Informeer of er op de school van je kind iemand is die je kan helpen.
  • Wissel ervaringen uit met ouders die de situatie kennen (via Facebookgroepen van lotgenoten bijvoorbeeld)