Je kent ze wel… die onzinverhalen…Trommels vol kletskoek die worden opengetrokken. Gek word ik ervan. En nee, ik heb het niet alweer over ‘opa slaapt’. Ik heb het over nog véél gekkere dingen.

Dat kinderen niet in staat zijn om afscheid te nemen bijvoorbeeld. 

 

Natuurlijk wel. Wij volwassenen maken het ingewikkeld voor kinderen. Doordat wij invullen dat kinderen “het toch niet begrijpen”, praten we over hun hoofd heen. We vergeten met de kinderen te praten, maar praten over hen. Dáárdoor wordt het voor hen ingewikkeld. Het is enorm belangrijk dat kinderen aanwezig zijn bij een afscheid. Dat ze goed worden voorbereid. Dat ze snappen wat er gaat gebeuren. Op die manier is het niet eng. 

 

Toen ik eerder deze week met twee jonge guppy’s aan het werk was, vroeg 1 van hen, aan de hand van de kleurplaten die ik had achtergelaten, over wat die vaas nou eigenlijk moest tussen de kleurplaten. We kregen het over dat dat geen bloemenvaas was, maar een urn. En dat je die urn nodig hebt om as in te bewaren. 

 

Een logische vervolgvraag, is natuurlijk, hoe opa dan eigenlijk as werd. Dus ik pakte het model van een crematieoven (ja, die ligt standaard in de auto), en bespraken we wat er met de kist gebeurt als we weggaan bij het crematorium. Stapje voor stapje, ging ik met het zesjarige meisje op onderzoek uit. De kist past ind e oven, de vlammetjes komen erbij, en dan krijg je brand. die brand is zo heet, dat het vlees verbrand, en de botjes. En dan houd je – net als in de vuurkorf die buiten in de tuin stond – as over. 

 

Dat verzamelen we in een urn. Daarom heb je die vaas nodig. Niks spannends aan. Sterker nog, ze ging het eerst maar eens aan oma uitleggen. En dat is ook goed. Kinderen leren door te spelen en te vertellen. Ze hebben het nodig om goede en kloppende uitleg te krijgen. Zo kunnen ze prima deelnemen, ze zijn voorbereid. Ze weten wat er komen gaat, dus het is niet eng. Als er een goede band is met de uitvaartverzorger, kunnen de kinderen prima aangeven wat ze wél en vooral ook niet willen. Natuurlijk overleg je dat met ouders, grootouders, of wie dan ook nauw betrokken is. Maar vooral, vraag het de kinderen zelf!